Oud-voorzitter vertelt:
Over het verleden van Euterpe valt veel te vertellen en wanneer we aan
onze beginperiode denken, denken we automatisch aan
mede-oprichter en wijlen ere-voorzitter Tinus van Damme.
Hij was erbij en hij weet hoe Euterpe “Euterpe” werd.
Hij vertelde dat hij al jaren een band met MVK had: Hij ging vroeger luisteren als MVK repeteerde en floot vervolgens de dag erna op de fiets naar school de melodieën van de repetitie van de dag ervoor.
In 1959 ging Tinus zich actief bemoeien met MVK. MVK bestond namelijk niet meer en er was behoefte aan een muziekvereniging, koningin Juliana werd namelijk 50 jaar.
Normaal gesproken zou dan Accelerando uit Sint-Annaland gevraagd worden. Zij kwamen dan voor 400 gulden een concert geven en dat was in die tijd heel veel geld. Echter, Accelerando had z’n mensen op die dag zelf nodig, dus moest er wat anders bedacht worden.
De oud-leden van MVK werden gepolst en het bleek dat eigenlijk iedereen er wel zin in had.
Met 17 oud-leden en instrumenten van MVK (die de leden nog thuis hadden liggen) werd een gelegenheidsorkest opgezet om de verjaardag van onze vorstin luisterbij te zetten.
Toen moest er nog een dirigent gevonden worden. Er waren twee kandidaten: de heren Riedijk en Geluk. Zij waren beiden al eens dirigent geweest van MVK. Tussen beide heren woedde een hevige concurrentiestrijd. Meneer Geluk had al diverse verenigingen onder zijn hoede en er werd vanuit gegaan dat hij niet de tijd zou hebben om leiding te geven aan dit orkest. Echter, Meneer Riedijk was op een vervelende manier weggegaan en hij was er dan ook niet direct voor te porren. Na enkele pogingen lukte het Tinus toch om hem voor deze taak te strikken. Het was immers maar voor een paar maanden. Toen meneer Geluk merkte dat hij gepasseerd was, was hij zo boos dat hij niet meer tegen Tinus praatte.
“Het werd een knalfeest op Koninginnedag.” De burgemeesters’ vrouw zei zelfs tegen Tinus “als die trommel stopt, draag jij ‘m en ga ik slaan, want het moet doorgaan.” Na dit succes werd besloten om als vereniging bij elkaar te blijven.
De naam was snel gekozen: MVK. Riedijk bleef dirigent en de cursussen voor leerlingen werden gestart. De heroprichtingsvergadering op juli 1960 vond plaats in café Havenzicht aan de Haven, in het pand waar nu ’t Winkeltje zit.
In het bestuur zaten toen, behalve Tinus, de heren Wielaard, Poot en Benou. We zijn drie jaar met veel moeite overeind gebleven. Riedijk deed z’n best, maar het ledenprobleem werd steeds groter. In de zomer van 1963 hadden we een mars en in de Oudestraat viel Piet de Viet, die tuba speelde, stil en daarna viel iedereen stil. We moesten dus met z’n allen opnieuw beginnen. Dit was voor Piet aanleiding om te stoppen. Hij was in de vereniging onmisbaar en de week erop besloten we dan ook om voor onbepaalde tijd de instrumenten op te bergen.
Maar gelukkig houdt het hier niet op… Tinus gaat verder.
“Ik was voorzitter en wist dat “Eendracht” uit Scherpenisse ook op z’n einde liep en ook de verenigingen van Poortvliet en Stavenisse liepen niet zo lekker meer. Er is toen met alle B&W’s (ieder dorp was toen nog een eigen gemeente) overlegd en besloten al deze verenigingen samen te voegen. Er werd besloten dat iedere gemeente twee kwartjes per inwoner aan subsidie zou geven, maar Stavenisse had daar geen geld voor. De muzikanten werden wel in de nieuwe vereniging opgenomen, maar de naam Stavenisse verscheen niet in het vaandel.
De naam van de nieuwe vereniging, opgericht op 4 januari 1964, werd “Euterpe“, benoemd naar de Griekse muze van de muziek, een ideetje van A. van den Hoek. Euterpe bestond uit een fanfare, een drumband en later ook een boerenkapel, die in 1975 werd omgedoopt tot Beierse kapel. Het bestuur bestond louter uit notabelen: een dokter, een schoolhoofd, een bankdirecteur enzovoorts. De reden hiervoor was dat deze mensen bestuurlijke ervaring hadden en de tijd hadden om de organisatie op zich te nemen. De “gewone man” had hier absoluut geen tijd en kunde voor (werd gedacht).
Weer kwam het probleem van een dirigent naar voren. Geluk was dirigent in Scherpenisse en Stavenisse en aangezien de meeste muzikanten uit Scherpenisse kwamen, werd Geluk weer dirigent. Riedijk op zijn beurt was witheet en praatte niet meer met me. We repeteerden toen in Scherpenisse, in de openbare school. De leden hadden nog geen auto, zoals nu, maar we hadden bij de Mayfair geregeld dat er busjes zouden rijden om de leden te halen en te brengen. De uniformen van “Eendracht” uit Scherpenisse werden nu de uniformen van Euterpe.
Op 30 april 1964 ging Euterpe voor het eerst naar buiten in uniformen. Een hoop muzikanten, maar de kwaliteit kon beter. Op die dag kwamen de nadelen van de fusie naar voren: omdat we door vier gemeenten gesubsidieerd werden, moesten we ook in alle vier die gemeenten optreden. Dit was voor een aantal muzikanten, onder wie Piet Bijl, reden om na verloop van tijd op te stappen. En het was nou juist het doel van de vereniging om het hoofd boven water te houden. Dit deden we door steeds medewerking te verlenen aan allerlei activiteiten in en om Sint-Maartensdijk.
We repeteerden toen altijd in de openbare school in Scherpenisse, maar na een paar jaar zijn we verhuisd naar de openbare school in Sint-Maartensdijk. Daar moesten we toen na een paar jaar uit en daarna hebben we nog een poosje in een gebouwtje op het industrieterrein gezeten. In 1974 zijn we verhuisd naar de voormalige kleuterschool aan de Rädda Barnenstraat.”
Na verloop van tijd werd het tijd voor een nieuwe dirigent voor onze vereniging. Tinus herinnert het zich nog. “Na verloop van tijd bleek dat Geluk het eigenlijk niet zo goed aankon: hij werd ouder en wilde er het liefst mee stoppen. Ik besloot m’n licht eens op te steken bij Accelerando, onze grote concurrent uit Sint-Annaland. Ik wist dat hun dirigent, Gijzen, iedere week na de repetitie met de bus terug ging naar Bergen op Zoom. Ik besloot hem een keer een lift aan te bieden met de auto en eens te informeren of hij er oren naar had om bij Euterpe te komen dirigeren. Nog voor we in Bergen op Zoom aan kwamen, was alles in kannen en kruiken en had Euterpe een nieuwe, betaalde dirigent. Een primeur in de geschiedenis van Euterpe. Er werd besloten om onze nieuwe aanwinst bij toerbeurt na de repetitie naar huis te rijden.
Onder leiding van deze gedreven muzikant krabbelden we uit de put van de derde afdeling. Op een KNF-concours in 1975 in Loon op Zand behaalden we een eerste prijs en promoveerden we naar de tweede afdeling. Het jaar ervoor hadden we al een eerste prijs gehaald (288 punten). In 1975 behaalden we hetzelfde resultaat en kregen we dus promotie. In ’76, ’77 en ’78 gingen we ook naar het concours, maar behaalden toen puntenaantallen van resp. 260,5, 272,5 en 278,5, wat steeds goed was voor een tweede prijs.
Naast de concoursen was Euterpe ook altijd van de partij op feestelijkheden en openluchtconcerten. Gijzen regelde zelfs dat we in België als enig Nederlands korps konden optreden op de oktoberfeesten in Wieze.”
Na jaren nam Ben van Os het stokje over van dirigent Gijzen. “Gijzenwas een goede dirigent, maar op den duur liep het niet zo goed meer. Ik was vroeger veel op de repetitie en er was altijd wat. En met een hoop gedonder hou je minder muzikanten over. Zo zei Gijzen op een keer iets verkeerds tegen Kees Nooy, waarop Kees opstapte. Toen ik Gijzen die avond in ’82 naar huis bracht, zei ik tegen hem dat hij eigenlijk te oud werd om nog leiding te geven (hij was halverwege de 60) en dat het misschien beter was als hij ermee stopte.
Een bekende van me uit Hoogerheide attendeerde me op ene Ben van Os uit Wouw, die net z’n dirigent papieren had gehaald maar nog zonder orkest zat. Ik nodigde hem een keer uit om bij een repetitie te komen luisteren. Gijzen wist van niks. Hij besloot vrij snel om de taak van Gijzen over te nemen. Hij zag het wel zitten en wij ook. Maar een paar dagen later belde hij me ineens op. Hij zei slecht nieuws voor me te hebben: hij deed het toch niet. Ik vroeg hem waarom dan niet, waarop hij antwoordde dat hij het allemaal veel te christelijk en te geestelijk vond. Ik wist niet waar hij het over had.”Nou,” zei hij, “zoals afgelopen donderdag…” Ik viel hem in de rede: “donderdag? Donderdag hebben we niet eens gerepeteerd.” Toen kwam de aap uit de mouw: hij wilde bedanken voor een christelijk koor en dacht met de pastoor aan het praten te zijn.”
Zo begon in 1982 de periode-Van Os. “Wij hebben veel van hem geleerd en hij van ons: wij waren zijn eerste orkest. Het ging de goede kant op met Euterpe en we behaalden weer een eerste prijs op het concours. Ook begonnen we in dat jaar met de Volkskerstzang, samen met het Smalstads Mannenkoor. Van Os was een grote aanwinst. Hij zorgde niet alleen voor goede resultaten op concoursen, maar hij voelde zich ook sterk verbonden met Euterpe. Zo stopte hij ons ook financieel wel eens wat toe. Ondanks dit alles ontstond er na jaren toch wat wrijving. Op den duur zagen 5 van de 7 bestuursleden hem liever vertrekken. Van Os wilde ook weten waar hij aan toe was en diende zijn ontslag in. De meerderheid van het bestuur zag hem liever vertrekken, maar gaf mij de kans om de kloof te dichten. Ik was ervan overtuigd dat het zou lukken, maar toen ik langer dan een uur met hem had gesproken, bleek dat de verhoudingen dermate scheef gegroeid waren, dat de breuk niet meer te lijmen was. De blijvende handicap van zijn vrouw heeft hier achteraf waarschijnlijk ook een rol ingespeeld. De vereniging en zeker ikzelf verloren in hem een goede vriend. Van Os bleef de repetities doen totdat we een andere dirigent hadden, maar zag deelname aan het topconcours in april 1992 in Arnhem niet zitten.